De getijden, of het officie, van de H. Drievuldigheid is geschreven door Stephanus van Luik († 920). Hij schreef de eerste Vespers, Metten, Lauden en tweede Vespers op basis van teksten van Alcuinus en doxologieën uit hymnen. Een doxologie is een lofprijzing aan de drieëne God, waarbij alle personen van de Drieëenheid genoemd worden. Diezelfde lofprijzing vormt ook het centrale thema van dit officie. Die doxologieën waren juist rond de tijd dat Alcuinus de mis voor de H. Drieëenheid samenstelde (ca. 785) toegevoegd aan de hymnen. We hebben dus te maken met een tijd waarin bijzondere aandacht was voor de Drieëenheid. In tegenstelling tot de meeste feesten op de kalender, namelijk die van heiligen, worden hier geen aspecten van een heiligenleven te berde gebracht, maar een theologisch concept.
Interessant is dat in een officieboek als Hartker (SG 390/391, ca. 980; klooster St Gallen) dit officie geplaatst is juist na de tijd na Epifanie. Deze plaatsing in het boek duidt aan dat de Drievuldigheid buiten de sterke tijden van de Kerst- en Paaskring gezongen kon worden. Het zou dus op de zondag na Pinksteren gezongen kunnen worden zoals wij het kennen, maar het heeft duidelijk het karakter van een votiefofficie.
Opmerkelijk is dat de benedictijnen van Sankt Gallen Trinitatis vierden op de wijze van de Romeinse liturgie en niet volgens hun eigen monastieke vorm. Het officie van Stephanus’ hand is dus niet omgeschreven naar hun eigen liturgische gewoonte.
In het huidige Antiphonale Monasticum (waaruit wij zingen) zijn de antifonen van de eerste Vespers toegekend aan de Lauden en die antifonen worden ook gebruikt voor de eerste en tweede Vespers. Daarbij wordt één antifoon weggelaten om tot vier psalmen te komen, zoals gebruikelijk is in de monastieke Vespers. De poëtische vorm van deze vijf antifonen zijn in de eerste en tweede antifoon een iambische dimeter en in de derde en vierde antifoon een sapphische strofe; de vijfde antifoon heeft een vrije vorm. Daarnaast kent dit officie in alle getijden een modale opvolging. Dit betekent dat begonnen wordt bij de eerste modus voor de eerste antifoon en de tweede modus voor de tweede antifoon, et cetera.